Anti-ster strooit met melancholieke klanken.
Want je kunt veel van Tamino-Amir Mohamar Fouad, kortweg Tamino, zeggen maar niet dat de sterallures hem naar het hoofd zijn gestegen. Liedjes worden met de ogen dicht of verlegen naar de grond kijkend gezongen. En de praatjes tussendoor klinken nog altijd wat onbeholpen. Alsof hij nog steeds niet kan bevatten dat hij inmiddels bijna kind-aan-huis is bij de grote festivalweides. Drie jaar geleden nog volledig onbekend, dit jaar publiekstrekker op zowel Werchter als Lowlands en met vanavond een eigen headline show in een nagenoeg uitverkocht Caprera.
Luisteren met de ogen dicht
“Goedenavond, wat fijn om hier vanavond te zijn in dit mooie theater. En wat fijn om jullie allemaal te zien.” Niks geen grote woorden, niks geen toeters en bellen, niks geen moeilijkdoenerij en al helemaal geen uitbundige podiumpresentatie. Nee, Tamino moet het vooral hebben van zijn muziek. Muziek die zich misschien wel het best laat beluisteren met de ogen dicht. Langzaam wegdromen bij het sfeervolle Persephone of het melancholieke, met een bescheiden applaus begroette Habibi. Om vervolgens, tussen je oogharen door, te zien hoe mooi de kleur en intensiteit van de lichtshow aansluiten bij de muziek die uit de speakers komt.
Een enkele schijnwerper
Mooi ook om te zien hoe Tamino af en toe letterlijk een stapje terug doet; even uit de schijnwerpers stapt. Hoe hij zijn rol van frontman vergeet en op één lijn gaan staan met de twee andere mannen op het podium, Ruben Vanhoutte op drums en Hardy van Gyseghem op toetsen.
Alsof hij wil zeggen: luister eens goed hoe mooi zij de nummers inkleuren. Luister naar de Arabische klanken die Hardy uit zijn toetsen tovert, luister naar de variatie in ritmes die Ruben uit zijn drumkit laat ontsnappen. Om vervolgens toch weer wat passen vooruit te doen en het verstilde Verses te spelen. Solo, in een wolk van rook en het licht van een enkele schijnwerper.
De Nieuwe Lichting
Voor Tamino geldt het gezegde ‘wat goed is komt snel’. Geboren in 1996 als zoon van een Egyptische vader en een Belgische moeder – zijn grootvader is de in eigen land beroemde zanger en acteur Muharram Fouad, ook wel ‘de Egyptische Frank Sinatra’ genoemd – groeide hij op in Mortsel, niet ver van Antwerpen. Daar liet zijn moeder hem al vroeg kennismaken met zowel de muziek uit haar jeugd (denk aan The Beatles), als met klassieke muziek en de muziek van zijn grootvader. Daar werd de kiem gelegd voor een muziekcarrière die na het winnen De Nieuwe Lichting 2017, de jaarlijkse muziekwedstrijd van Studio Brussel, een grote vlucht zou nemen. In 2017 verscheen een eerste titelloze EP; een jaar later zijn debuutalbum Amir.
Godin van het dodenrijk
Amir staat voor de tweede achternaam van Tamino en betekent prins in het Arabisch. En laat dat nou precies zijn zoals Tamino zich soms voelt als muzikant. In een interview met VPRO’s 3voor12 legt hij uit hoe dat zit. Een prins wordt als prins geboren; daar is geen ontsnappen aan, dat ben je gewoon. Hetzelfde geldt voor iemand met zo’n passie voor muziek als hij. Je kiest niet voor muziek, de muziek kiest jou. En wat is het dan mooi als je van die passie ook echt je beroep kunt maken en dat je mag spelen voor duizenden fans.
Dit wil hij, dit is waar hij goed in is: muziek maken. Muziek waarbij in elk nummer een verhaal wordt verteld. Over grip houden op je eigen leven, over omgaan met tegenslagen, over komende en voorbije liefdes, over omgaan met onzekerheid. Over die Griekse godin van het dodenrijk in Persephone.
Mooi en sfeervol
Het album Amir staat vanavond centraal in Bloemendaal, waarbij de inmiddels op single uitgebrachte nummers – bijvoorbeeld Cigar, Tummy en met name Habibi – de meeste bijval krijgen. Geen nieuw materiaal, maar met Seasons wel een fraaie cover van Chris Cornell, de in 2017 overleden leadzanger van de band Soundgarden.
Geheel in de lijn van Tamino en passend bij de zelfgekozen dood van Cornell, sober en melancholiek. Nee, echt uitbundig wordt het bij Tamino nooit; wel mooi en sfeervol. De volle duur van het concert.
Tekst en foto’s: Herman Sixma