Ted Russell Kamp – Down in the Den – Album review
Je hoeft Ted Russell Kamp niet uit te leggen hoe je een goed album maakt, getuigt Down in the Den, zijn twaalfde solo plaat. Daarnaast speelde hij op minimaal net zoveel albums van andere artiesten mee. Dat is zonder meer ook de reden dat maar liefst veertig gastmuzikanten meespelen op dit eind vorig jaar uitgebrachte album.
Ted is vaste bassist in de band van Shooter Jennings (inderdaad de zoon van) en het is dus niet vreemd om Shooter op het eerste nummer van het album te horen. Home Sweet Hollywood is een goede opener en wat mij betreft ook gelijk één van de beste songs.
Down in the Den verwijst naar de thuisstudio van Ted Russell Kamp in Los Angeles, omdat het meeste werk daar is opgenomen, aangevuld met opnames uit verschillende studio’s, omdat niet iedereen in de gelegenheid was om naar de westkust te komen. Het is een album met veertien songs die wat mij betreft los van elkaar staan, maar dit stoort niet. In tegendeel, Kamp zet met al die verschillende muzikanten steeds telkens een stevige sound neer, variërend in stijl.
Ik beluister het album als een roadtrip. De typische country songs als Stick With Me, met pedal steel en Take My Song With Me (duet met Kirsten Profit), luister ik in een bar in Nashville. Daarna reis ik af via route 40 naar Memphis en hoor Every Little Thing You Need op een terras in Baele Street. Onderweg stem ik af op een southern rockstation waar Saint Severin wordt gedraaid, en als ik een korte stop maak, hoor ik vanuit een kerk de gospelsong Hold On. Uiteindelijk daal ik af naar het zuidelijkste punt van de Mississippi voor de meer swingende songs als Waste a Little Time With Me en Hobo Nickel.
Absoluut een geschikt album voor liefhebbers van countrymuziek die dan een keer tegen de southern rock en dan weer een beetje tegen soul of blues aanschurkt.
Tekst en foto: Guido Roncken | Website Ted Russell Kamp