Over zeeën, oceanen, krokodillen en het ontbreken van chemie
Raar eigenlijk. Wakker worden met een liedje in je hoofd dat de rest van de dag niet meer verdwijnt. ‘Seven Seas / Swimming them so well / Glad to see / My face among them / Kissing the tortoise shell’. Het refrein van één van de mooiste nummers van het vierde album van Echo & The Bunnymen, ‘Ocean Rain‘ (1984). Eigenlijk was het niet eens zo’n geweldige uitvoering van dit nummer, afgelopen donderdagavond in Patronaat te Haarlem. Een beetje plichtmatig, een beetje op de automatische piloot, een beetje op z’n Ian McCullogh’s. En toch blijft Seven Seas hangen. De rest van de dag, misschien wel langer …..
Het is eind jaren ’70 van de vorige eeuw. Met het overlijden van Sid Vicious op 2 februari 1979 – mede bandlid John Lydon, alias Johnny Rotten, was ruim een jaar eerder al uit de band gestapt – komt er een eind aan het bestaan van The Sex Pistols en wordt het punk-tijdperk officieel ten grave gedragen. Tijd voor een nieuw geluid, tijd voor de post-punk / new wave stroming. Minder boos en recalcitrant, meer melodieus en donker. Een muziekstroming waarbij The Cure en Siouxsie & The Banshees op dat moment voortrekkers waren, maar waarin ook Echo & The Bunnymen (EATB) als band zijn partijtje meespeelde.
Post Punk / New Wave
Inmiddels zijn meer dan 35 jaar verstreken sinds het verschijnen van het debuut-album Crocodiles (1980). Van het oorspronkelijke kwartet resteren, na het overlijden van drummer Pete de Freitas in 1989 en het uit de band stappen van bassist Les Pattinson in 1999, alleen nog Ian McCullogh en Will Sargent. Deze twee ‘oer’ bunnies worden op het podium van een nagenoeg uitverkocht Patronaat aangevuld met vier hulpkrachten. Of het wat uitmaakt voor het geluid? Niet echt. Dat is nog altijd even bombastische en donker als in de beginjaren van de band.
Bij een concert van EATB is het altijd afwachten in welke stemming leadzanger Ian McCullogh op het podium zal verschijnen. Wat dat betreft zijn de voortekenen in het Patronaat niet al te rooskleurig. Op posters in de zaal wordt vermeld dat fotografen maar drie nummers (zonder flits) hun werk mogen doen en dat de band niet van voren (?) gefotografeerd mag worden. Oké, daar is mee te leven, hoewel dat ‘niet van voren’ wat overdreven overkomt.
Overigens blijkt tijdens het concert zelf dat er sowieso weinig behoorlijke foto’s te maken zijn. We zien vooral rookmachines die overuren maken en schijnwerpers die vanaf het podium vooral op de zaal staan gericht.
Songs To Learn And Sing
Gelukkig blijkt het humeur van McCullogh mee te vallen. In het begin wat gemopper op de mannen van het podiumgeluid. Gaandeweg het concert wat onbegrijpelijke en nauwelijks verstaanbare zinnen gericht tot het publiek, terwijl de geluidsman nu vooral opdrachten krijgt zijn (alcoholische?) versnaperingen op peil te houden. Maar naar hetzelfde publiek toe ook de uitnodiging om mee te zingen op Bring On The Dancing Horses en The Killing Moon, beide afkomstig van (hoe toepasselijk) het album Songs To Learn And Sing uit 1985. We hebben McCullogh wel eens in een slechtere stemming gezien.
Was het een goed concert van Ian McCullogh, Will Sargent en hun mede-bunnies? Daarover zullen de meningen verdeeld zijn. De fans van het eerste uur (en dat waren er, gezien de gemiddelde leeftijd van de bezoekers, behoorlijk wat) hebben ongetwijfeld genoten. Wat ‘hits’ uit de vroegere periode, mooie uitvoeringen van Meteorites en Constantinople van het meest recente album Meteorites (2014), de Doors cover People Are Strange en een zinderend slot in de vorm van Lips Like Sugar van het album Echo & The Bunnymen (1985).
En de objectieve bezoeker? Die twijfelt. Die stem kraakte af en toe behoorlijk en van een echte chemie tussen de zes bandleden leek geen sprake te zijn. Maar ja, dan is daar toch weer dat nummer Seven Seas in je hoofd.
Tekst en Foto’s : Herman Sixma