Bij WIES spat het spelplezier van het podium
Tussen 12 september en 30 november 2019 trok het jaarlijkse Popronde circus weer door Nederland. Van Delft naar Leeuwarden, van Heerlen naar Almelo. Tien lange weekenden muziek, met meer dan duizend optredens in 41 steden. Spelen in kroegen, een museum of een kapsalon. Duimen dat alles werkt, leren omgaan met het feit dat je soms voor vijf mensen of minder staat te spelen. LiveStreamMagazine (LSM) viste uit de meer dan 140 acts een stuk of tien pareltjes, zag ze aan het werk en sprak met een aantal van de artiesten. Over hun muziek, hun belevenissen en waarom juist zij het in 2020 gaan maken. We trappen af met WIES.
Volle prijzenkast
Voor de drie Wiesen – Jeanne Rouwendaal (zang, gitaar) Jasper Meurs (drums) en Tobias Kolk (bas) – zal 2019 waarschijnlijk de boeken ingaan als het jaar van de grote belofte. Eerst, nog net in 2018, winnaar van de Amsterdamse Popprijs.
Daarna in 2019 winnaar van de Grote Prijs van Nederland, een optreden in De Wereld Draait Door, plaats 21 in de song van het jaar 2019 verkiezing van VPRO’s 3voor12 en tenslotte een gedeelde derde plaats in de ‘Talent van 2020’ verkiezing in de categorie Popmuziek van de Volkskrant, achter rapper Snelle en hiphoptalent S10. Kortom, een belofte die niet mag ontbreken in de reeks pareltjes uit de Popronde 2019.
WIES tot de derde macht
Een grapje van drummer Jasper Meurs tijdens het Eindfeest van de Popronde 2019 in de Melkweg: ‘Op gitaar en zang WIES, op basgitaar WIES en mijn naam is ook WIES’. Ach, dit soort grapjes horen bij het ‘jonge honden gedrag’ van deze nieuwe loot aan de stam van Nederlandse bandjes, die frisse popliedjes maken in het Nederlands.
Om de Wies-sound nu, in navolging van de Volkskrant, gelijk te karakteriseren als ‘Alt J meets Spinvis’ gaat op dit moment wellicht nog wat te ver. Daarvoor missen de teksten nog wat diepgang en onverwachte wendingen en is de muziek nog iets te veel rechttoe-rechtaan. Maar het totaalplaatje klopt. En, wellicht nog belangrijker, het slaat aan bij het publiek.
Herkenbaar en aanstekelijk
Dat de liedjes van WIES aanslaan bij vooral het jongere deel van het Popronde-publiek is goed te merken bij de drie WIES-optredens die ik bijwoon. Zowel in de Kleine Zaal van het Haarlemse Patronaat als in de Vorstin in Hilversum en op het eindfeest in de Melkweg worden nagenoeg alle teksten woordelijk meegezongen door het groepje jonge meiden dat naast me staat.
Niet alleen het in 2019 op single uitgebrachte Soms Is Het Te Laat, dat zich onvermijdelijk als een oorwurm in je hoofd nestelt, maar bijvoorbeeld ook het openingsnummer Gewoon Je Maat of het wat meer melancholische Wat Is Er Misgegaan, waarin wordt teruggeblikt op een stukgelopen relatie. De teksten zijn herkenbaar, de muziek ligt lekker in het gehoor.
Een eigen sound
Je zou natuurlijk kunnen zeggen dat WIES meelift op de hausse aan Nederlandstalige popmuziek, maar daarmee zou je de band tekortdoen. WIES heeft namelijk wel degelijk iets ‘eigens’. De band schrijft z’n eigen nummers, waarbij zangeres Jeanne Rouwendaal – niet langer het toch wat bedeesde meisje met gitaar en band dat in 2014 met Engelstalige liedjes meedeed aan de Grote Prijs van Nederland, het schopte tot de finale en er uiteindelijk met de publieksprijs vandoor ging – het idee voor de tekst aandraagt, waarna het samen met de twee andere bandleden wordt uitgewerkt en ‘verwiest’.
Een werkwijze die zijn vruchten afwerpt, in de vorm van een duidelijk eigen sound. Ontstaan op de popafdeling van het Conservatorium van Amsterdam waar het niet alleen qua muziek maar ook op het persoonlijke vlak klikte tussen de drie groepsleden.
We zijn en blijven WIES
Dat die klik tussen de drie muzikanten duidelijk verder gaat dat plichtmatig een studieopdracht tot een goed einde brengen, blijkt bij elk WIES-optreden. Het plezier spat van het podium. Een missertje van de een wordt door de anderen opgevangen met een lach en een blik van ‘kan mij ook gebeuren’.
Gewoon lekker spelen; net doen alsof het de normaalste zaak van de wereld is dat je op het eindfeest van de Popronde in een goedgevulde Max van de Melkweg staat, terwijl je als band eigenlijk pas komt kijken. ‘Wij waren WIES, we zijn WIES, we blijven WIES’, laat Jeanne vanaf het podium weten voordat ze het slotnummer Barman inzet. Het is duidelijk, WIES is inderdaad een blijvertje.
Tekst en foto’s: Herman Sixma