Nieuwe sound, nieuwe band, nieuw album
Want ja, het roer moest om bij Jeroen Kant. Na vier albums met vooral luisterliedjes was de koek op, de inspiratie verdwenen. Liedjes schrijven werd een marteling, het tokkelen op de akoestische gitaar was hij helemaal zat en het aandachtig luisterende publiek ging hem tegenstaan. Maar toen was daar die andere liefde, de elektrische gitaar. Met die elektrische vriend kwam de inspiratie terug. En ook het bandjesgevoel. Gewoon lekker spelen met z’n drieën, zoals vanavond in Muziekcafé Stathe in Utrecht. Bevrijd van die singer-songwriter dwangbuis. Leve Sheewawah.
Het is 19:15 uur als ik Eet- en Muziekcafé Stathe binnenloop, waar Judith Renkema – bassiste en vriendin van Jeroen Kant – bezig is de apparatuur naar binnen te sjouwen. ‘Jeroen is bezig het busje weg te zetten en Gino – Gino Bombrini, de drummer van de band – komt zo.’ Mijn aanbod om even te helpen met het naar binnen brengen van alle spullen wordt dankbaar aanvaard en een half uurtje later staat alles op zijn plek en zijn alle kabeltjes aangesloten. Uit de basgitaar van Judith klinkt een lekker vette sound, Gino is tevreden over de plek en klanken uit zijn drumkit en Jeroen vindt dat zijn twee gitaren gruizig genoeg klinken. Even een snelle hap en dan tijd voor een kort vraaggesprek over het wie en wat van Sheewawah.
Vrijer, feestelijker, minder zwaarmoedig
‘Ja, die omslag van Jeroen Kant de singer-songwriter naar Jeroen Kant naar Sheewawah, had ik nodig’, vertelt hij. ‘Verschrikkelijk hard nodig. Ik wist niet meer wat ik moest schrijven, ik zat helemaal vast. Wat ik wel wist was dat het minder zwaarmoedig moest, meer ongedwongen en vooral vrijer en feestelijker. Ik ben toen als een gek de elektrische gitaar weer gaan ontdekken, samen met de blues. En al rifjes spelend kwam ik op een zeeën van ideeën. De liedjes kwamen als het ware vanzelf. Ik heb nog nooit zo snel een album bij elkaar gespeeld.
In de zomer van 2016 kwam de omslag; iets meer dan een jaar later lag ‘Alles In Kleur’ in de schappen. Geen Jeroen Kant album, maar een album van een nieuwe band.’ Een album met muziek die Jeroen zelf omschrijft als Nederlandstalige rootsrock. ‘Ik vermijd de benaming bluesrock een beetje, want voor je het weet krijg je de bluespolitie achter je aan. En laat dat predicaat ‘Brabants’ ook maar weg, anders denken ze dat ik alleen over tractoren en zo zing.’
Ho! Stop! De bluespolitie
De bluespolitie dus. Titel van een van de meest opvallende nummers op zowel het album ‘Alles In Kleur’ als tijdens het optreden in Stathe. Ik zing niet in het Engels, ik ben geen Amerikaan / Doe ook niet net alsof, dat voelt een beetje raar / Ik hoef niemand na te apen, ik zing recht vanuit het hart / het spijt me bluespolitie, ik wist niet dat de blues van jullie was. Jeroen Kant over de achtergrond van dit nummer: ‘Ik haal mijn inspiratie uit de blues en dus is het voor mij blues. En ja, dan heb je daar dus die jongens van de bluespolitie, die bepalen wat wel en niet door de (bleus)beugel kan. Ik stuurde een keer een demo in met wat nummers en kreeg als reactie ‘leuk, maar natuurlijk geen blues’. Dat heb ik van me af geschreven in het nummer Bluespolitie.
Een nieuw album, een nieuw geluid? ‘Ja, eigenlijk wel. Natuurlijk schrijf ik nog steeds over de dingen die ik meemaak of die ik om mij heen zie gebeuren, maar dit is echt een bandje met een bandplaat. Het nummer Vroeger Of Later lijkt nog het meest op de ‘oude’ Jeroen Kant, de singer-songwriter. Dat is toch vooral een luisterliedje.
En een op-en-top Sheewawah song? Dat is het nummer Sheewawah. Instrumentaal, lekker snel en fel gespeeld en de mogelijkheid te improviseren. Voeg daar dan Gino aan toe met een soort apenmasker en af en toe wat oerkreten en je hebt de ultieme Sheewawah-gevoel van dit moment te pakken.’ Beide nummers komen vanavond voorbij en klinken, ondanks dat ze inderdaad sterk van elkaar verschillen, heerlijk.
Ontdekkingstocht door de woestijn
Een song met de titel Sheewawah, een band die Sheewawah heet. Heeft het drietal iets met die kleine felle keffertjes? Niet dus, zo vertelt Jeroen. ‘De bandnaam is eigenlijk bij toeval ontstaan. Van het liedje ‘Geef Me water’ had ik de coupletten klaar en die gaan over het leven in en het reizen door de Chihuanhuan Desert. Dat is een woestijn in het diepe zuiden van de Verenigde Staten op en over de grens met Mexico; ik reed daar samen met Judith doorheen op vakantie. Mijn oorspronkelijke plan om dat liedje Sheewawah te noemen hebben we uiteindelijk laten vallen ten gunste van Geef Me water. En toen dacht ik, dan noemen we de band Sheewawah. Het oogt tof, het klinkt tof, zeker als je het op deze manier schrijft. En het heeft dus alleen indirect wat te maken met dat hondenras.’
Dat Jeroen Kant het plezier in muziek maken heeft teruggevonden in en met zijn nieuwe band en met zijn nieuwe muziek is overduidelijk te zien vanavond in Stathe. Het klinkt wat clichématig, maar het is toch echt waar, het spelplezier spat van het podium. Alle elf nummers van ‘Alles In Kleur’ worden gespeeld, alles wat wordt gespeeld klinkt gretig en gruizig. Dat in het liedje Nachtegaal – één van de nummers die het nieuwe album net niet hebben gehaald – het couplet over de roerdomp wordt vergeten valt eigenlijk niemand op. Het is dat Jeroen het zelf zegt. En wat festivals en grotere shows in 2018 betreft? Kom maar op met de uitnodigingen, Sheewawah is er klaar voor en rust iedereen rauw.
Tekst & Foto’s: Herman Sixma
Website Jeroen Kant / Sheewawah